Return to
Home Page

Photo of M. M. Ali

Maulana Muhammad Ali (1874-1951)



Maulana Muhammad Ali, Geboren in 1874 in Punjab (India) verwierf een hoge graad in zijn Academische studies Engels (M.A) en Rechten (L1.B) in het jaar 1899. In 1897 werd hij deel van de Ahmadiyya Beweging.

Terwijl Hij, in 1900, aan het begin stond van een lucratieve juristen-carriëre, deed Hazrat Mirza Gulam Ahmad (de stichter van de Ahmadiyya Beweging) een beroep op hem zijn leven in dienst te stellen van de Islam. Hij deed vervolgens afstand van zijn wereldse plannen (c.q. intenties) en reisde naar Qadian om zich bij het gezelschap van de grote hervormer te voegen. Hier leert Hij de juwelen (schatten) van de Islamitische waarheid kennen welke in die jaren door Hazrat Mirza ontdekt werden en die, mede door hem, de Islam een grote aantrekkingskracht in de harten van de mensen over de hele wereld verschafte.

Hazrat Mirza benoemt Maulana Muhammad Ali in belangrijke sleutelposities.

Hasrat Mirza stelde Maulana aan als Redacteur van de Revieuw of Religions, een van de eerste engelstalige kranten die in 1902 werd gepubliceerd. Maulana Muhammad Ali presenteerde hier het prachtige, rijke gezicht van de Islam aan de modèrne wereld, een wereld die er voorheen enkel de schaduwzijde van wilde zien.

In 1905 gaf Hazrat Mirza de wens te kennen dat Sadr Anjuman Ahmadiyya als beschermer van de Ahmadiyya Beweging op zou treden en benoemde Hij Maulana Muhammad Ali als secretaris van het uitvoerend bestuur. Hazrat Mirza machtigde dit uitvoerend orgaan als zijn opvolger en bepaalde schriftelijk dat: "Na mijn overlijden de beslissing van deze organisatie in alle zaken definitief en bindend zullen zijn.

(Na het overlijden van Hazrat Mirza)

Na het overlijden van Hazrat Mirza in 1908, werd zijn rechterhand Maulana Nur-Ud-Din leider van de Ahmadiyya Beweging en leidde die beweging overeenkomstig de door Hazrat Mirza Gulam vastgestelde regels, wetten en normen. Desondanks, manifesteerden zich verschillende elementen binnen de Ahmadiyya Beweging met als doel het transformeren van de organisatie tot een kleingeestige sekte die andere moslims als kafirs bestempelen. Daarnaast probeerden zij de gevestigde (autocratische) regels binnen de beweging te vervangen door een familie-dynastie.

Na het overlijden van Maulana Nur-Ud-din in maart 1914, zag Maulana Muhammad Ali zich, door de omstandigheden genoodzaakt, Qadian te verlaten. Samen met prominente leden van de beweging richtte hij vervolgens (in Lahore) De Ahmadiyya Anjuman Isha’at Islam op. (Ahmadiyya Associatie voor het verspreiden c.q. propageren van de Islam.) Dit gebeurde terwille van de vóórtzetting van Hazrat Mirza Ghulam Ahmad's ware missie en de instand houding van zijn feitelijke overtuigingen.

De twee basis principes van ‘t geloof die hebben geleid tot de oprichting van de Lahore Ahmadiyya Beweging waar de beweging immer de nadruk op heeft gelegd en waar in feite (door Hazrat mirza) de geloofsprincipes werden gehanteerd zijn als volgt:

  1. De persoon die de Kalima Shahada belijdt is een Moslim en kan door niemand als kafir omschreven worden.
  2. De Heilige Profeet Muhammad was de laatste der profeten en na hem kan géén profeet zich doen verkondigen, t.w. Geen gewezen profeet als Jezus Noch een nieuwkomer…

(Toelichting:) De achter gebleven groep in Qadian betitelt Hazrat Mirza Gulam Ahmad ten onrechte als (een) profeet, bestempelt (alle) andere moslims als zijnde kafir en vestigden een familie-dynastie c.q. autocratisch "kalifaat" onder (het) gezag van Mirza Mahmud Ahmad. Ze zijn algemeen bekend als Qadianies en worden heden ten dage geleid door mirza Tahir Ahmad levend in Groot-Brittanie.

Werken als Leider van de Lahore Ahmadiyya Beweging.

Vanaf de stichting (oprichting) van de Lahore Ahmadiyya Beweging in 1914, tot en met zijn overlijden in 1951, heeft Maulana Muhammad Ali deze organisatie geleid en begeesterd, organiseerde haar wereldwijde zending (missie) activiteiten en produceerde een respectabele hoeveelheid hoogwaardige Islamitische literatuur van onschatbare waarde in zowel engels als Urdu.

Hij vertaalde de heilige Koran met volledige beschrijvingen als gezegd, in engels en Urdu. Zijn andere gezaghebbende Engelstalige werken omvatten: "De religie van de Islam", De profeet Muhammad, een handleiding van Hadith, de nieuwe wereld orde en de levende gedachten van de profeet Mohammad. Dit alles omvat een unieke collectie boeken die niet enkel alle aspecten over de Islam belicht doch tevens een helder beeld verschaft over de serieuze misvattingen over haar leer, waar zowel moslims als buitenstaanders aan vasthouden. In dit monumentale overzicht, is het totale beeld van de Islam hersteld in haar oorspronkelijke zuiverheid t.w.: Een religie van vrede, tolerantie en spiritualiteit. Deze literatuur is over de hele wereld in begrijpelijke taal verspreid en is, anno 1998, overgezet in diverse talen. Maulana’s spirituele gedachten en boeken worden door eminente Moslims buiten onze beweging in hoge mate gewaardeerd en naar waarde geschat.

Een beroemde britste Moslim student Marmaduke Pickthall, schreef (in 1936) in zijn inleiding van het boek "Maulana " de volgende woorden:

"Naar alle waarschijnlijkheid heeft geen enkele levende persoon de zaak van de Islam langduriger en waardevoller gediend als Maulana Muhammad Ali van Lahore.."
door: M.Imami (secr. FAAIIN)
bron: internet AAII-USA
Pagina afdrukken Pagina afdrukken